Voetgangerscongres

<span>Actieve mobiliteit in de wijken en buurten</span>

Actieve mobiliteit in de wijken en buurten

Actieve mobiliteit, sport en bewegen zijn nauw met elkaar verbonden. Voor inwoners van steden is het belangrijk dat er in de wijken en buurten waar zij wonen voldoende mogelijkheden zijn om te sporten en bewegen. Dit kan onder andere op zogenaamde ‘beweegplekken’.

Dit zijn plekken in de wijk waar alle inwoners, van jong tot oud, de mogelijkheid hebben om elkaar te ontmoeten en samen te sporten en bewegen. In veel steden in Nederland ligt er potentie om op centraal gelegen plekken in de wijk beweegplekken te creëren, die ook nog eens multifunctioneel inzetbaar zijn voor bijvoorbeeld (sport)onderwijs of evenementen in de wijk of buurt. Kragten voert voor Nederlandse gemeenten scans uit naar huidige beweegplekken en de potentie en uitwerking van nieuwe beweegplekken.

Bewegen in crisistijd
Dergelijke openbare beweegplekken vervullen de behoefte van inwoners die graag actief willen zijn, maar geen geld hebben voor een sportschoolabonnement of de contributie bij de plaatselijke sportvereniging. In een tijd van inflatie en stijgende vaste lasten is de urgentie hiervan extra hoog. Eerder deze maand waarschuwde het Jeugdfonds al dat hierdoor het aantal kinderen dat geen sport- en muziekles meer kan volgen, komende tijd zal gaan toenemen[1]. Met openbaar toegankelijke sportattributen, voetbalveldjes en speeltoestellen op centrale plekken in de wijk wordt natuurlijk geen structurele oplossing geboden voor dit probleem, maar het helpt inwoners wel om te kunnen blijven sporten en bewegen in hun directe omgeving.

Ommetje door ouderen
Met dergelijke beweegplekken wordt voornamelijk de jongerendoelgroep bereikt. Het is belangrijk om ook oog te hebben voor de behoefte van ouderen om in de openbare ruimte te bewegen. Voor veel ouderen is een dagelijkse ommetje of wandeling naar de supermarkt dé manier om in beweging te blijven. De infrastructuur op wijk- en buurtniveau laat het in veel gevallen echter afweten. De routes en paden zijn aanwezig, maar het schort kwalitatief aan goed verlichte, voldoende brede en egale voetpaden. Gemeentes moeten oog hebben voor laagdrempelige, aantrekkelijke en veilige looproutes in alle wijken en buurten, om hun inwoners gezond en vitaal te houden. Door veelgebruikte of potentiële ommetjes aan te wijzen en te verbeteren, wordt lopen gestimuleerd. Voetgangersvriendelijke en goed toegankelijke infrastructuur zijn dan ook belangrijke thema’s in de mobiliteitsplannen die Kragten voor gemeenten opstelt.

Veilige beweegplekken en schoolomgevingen
Beweegplekken zijn te combineren met bijvoorbeeld (sport)onderwijslocaties. Een veilige verkeerssituatie in schoolomgevingen kan er aan bijdragen dat meer leerlingen te voet of met de fiets naar school komen. Het Vlaamse kennis- en expertisecentrum Kind & Samenleving brengt op sprekende wijze in beeld wat het voor kinderen betekent om zelfstandig onderweg te zijn[2]. Vanuit de perspectief van het kind staan volgens de organisatie vier kernbegrippen centraal.

“Kinderen die zelfstandig ergens naartoe gaan: dat is een complex samenspel van die verplaatsing al dan niet (aan)kunnen, op weg mogen gaan, dat ook zelf durven, en het graag willen.”

  1. Op weg kunnen gaan: vaardigheden

-          Hierbij gaat het om de juiste middelen hebben, bijvoorbeeld dat ouders het geld hebben om voor kun kind een fiets aan te schaffen. Maar ook dat de kinderen de vaardigheden beschikken om zich veilig door het verkeer te bewegen, zoals leren lopen, fietsen of skaten, de trottoirband van het voetpad op komen, rondkijken en het verkeer inschatten bij het oversteken, de verkeersregels leren kennen en toepassen, het gedrag van de meest diverse weggebruikers leren inschatten en ervaring opdoen op bekende en nieuwe routes.

  1. Op weg mogen gaan: toelating

-          Kinderen beslissen in de meeste gevallen niet zelf of zij zelfstandig onderweg zijn. Dit is een kwestie van mogen, waarbij ouders of andere opvoeders en verantwoordelijkheden toestemming geven om ergens naartoe te gaan. ‘Ik mag daar niet alleen naartoe’ of ‘sinds vorig jaar mag ik dat’: de toelating beperkt of vergemakkelijkt de mobiliteit van kinderen. Wat wel en niet mag, wordt vaak ingeschat op basis van wat er onderweg fout kan gaan. Hoe veilig is een bepaalde fietsroute of buurt? Op weg mogen gaan hangt ook af van de vrijheid en zelfstandigheid die kinderen van hun gezin of leefomgeving meekrijgen.

  1. Op weg durven gaan

-          Als kinderen toestemming hebben om zelfstandig onderweg te zijn, moeten zij zichzelf toelaten ergens naartoe te gaan. Bij het ‘durven’ speelt (het gevoel van) veiligheid in het verkeer en de omgeving een rol. Door aantrekkelijke en (sociaal) veilige loop- en fietsroutes naar schoolomgevingen, hebben kinderen de veiligheid en het vertrouwen om zelfstandig op pad te gaan.

  1. Op weg willen gaan

-          Naast verplaatsing die gebeuren uit noodzaak, wordt sommige verplaatsingen gemaakt vanwege de kwaliteit van de openbare ruimte. Voor kinderen is dit extra belangrijk. Ook kunnen zij een bepaald vervoersmiddels of een bepaalde route kiezen omdat zij daar plezier aan beleven. Door kinderen zijn de wegen en (voet)paden routes, maar ook verblijfsplekken om te spelen.

Bij het vormgeven van nieuwe schoolomgevingen en beweegplekken in de openbare ruimte bieden deze kernbegrippen houvast. Door te denken vanuit het juiste perspectief (in dit geval het kind),  kan een plek of verbinding zo goed mogelijk op de doelgroep worden afgestemd. Kragten ontwerpt kindvriendelijke schoolomgevingen en heeft oog voor aantrekkelijke en veilige loop- en fietsroutes van en naar schoolomgevingen.

Actieve mobiliteit is maatwerk
Actieve mobiliteiten op wijk- en buurtniveau kan op verschillende manieren bevorderd worden. Voor iedere doelgroep gelden specifieke wensen en eisen. Voor Nederlandse gemeentes is de uitdaging om voor iedereen, van jong tot oud, te voorzien in aantrekkelijke en veilige infrastructuur die sporten en bewegen bevordert. Kragten adviseert hen met het in kaart brengen en ontwerpen van (potentiële) beweegplekken, opstellen van duurzame mobiliteitsplannen en creëren van veilige en aantrekkelijke schoolomgevingen. Daarbij worden lokale stakeholders, zoals wijkverenigingen, ouderenbonden en ouderraden, zo veel als mogelijk betrokken in het proces. Zo werken we samen aan een actieve en gezonde samenleving.

Door: Ton van der Plaats (adviseur Mobiliteit bij Kragten)

[1] NOS (maandag 5 september 2022). Jeugdfonds waarschuwt: door inflatie minder kinderen op sport- en muziekles. www.nos.nl.

[2] Kennis- en expertisecentrum Kind & Samenleving vzw (2022). Visietekst ‘Loslopend Kind’. www.k-s.be/.

Meld je aan voor het congresklik hier voor het programma

permalink

Naar het overzicht

Terug naar boven