Waarom is er vaak formeel van alles geregeld, maar kan de uitvoering beter?
In de openbare ruimte is er vaak gebrek aan overeenstemming tussen beleid en de uitvoering ervan. Dit zien we onder andere bij het thema toegankelijkheid in de openbare ruimte. In 2016 heeft Nederland zich aangesloten bij het VN-verdrag Handicap. Het verdrag verplicht de overheid om te zorgen voor toegankelijkheid en inclusie op alle gebieden van het leven, zoals werk, onderwijs, wonen en zorg. De afgelopen jaren stellen steeds meer gemeenten een handboek Toegankelijk op. Het opstellen van deze handboeken is een grote stap. Het laat zien dat het belang van toegankelijkheid bij beleidsmakers er is. Echter, de uitdaging ligt in de concrete uitvoering van deze richtlijnen.
De uitdaging van implementatie
Bij het integreren van toegankelijkheid in projecten stuiten we op diverse uitdagingen. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van de projectleider om toegankelijkheid mee te nemen, maar ook van alle betrokken partijen zoals stedenbouwkundigen, ontwerpers, verkeerskundigen, uitvoerders en beheerders.
Helaas ontbreekt vaak de prikkel om toegankelijkheid te integreren, aangezien er al rekening moet worden gehouden met tal van andere factoren. Daarnaast vraagt integratie om goede communicatie en aanpassingen in uitvoerings-, beheer- en onderhoudsplannen. Ook zijn vaak functies versnipperd georganiseerd, wat de implementatie bemoeilijkt. Daarnaast is de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen, gebruikers en andere belanghebbenden vanaf het begin van een project belangrijk. Participatie moet daarom toegankelijk geregeld zijn. Dit omvat onder andere; tijdig informeren, communicatie in begrijpelijke taal, digitale communicatie die voldoet aan toegankelijkheidseisen en bij fysieke sessies dat de locatie en voorzieningen toegankelijk zijn.
Bij onvoldoende integratie , kan er letterlijk van alles misgaan op stoeptegelniveau. Vooral bij tijdelijke situaties zoals bij wegwerkzaamheden, evenementen, reclameborden van winkels of terrassen (zie onderstaande afbeelding) gaat het vaak mis.
Bron: TG-Lining
Noodzaak van breedgedragen bewustzijn
Toegankelijke openbare ruimtes vereisen dus de inzet van vele betrokkenen. Daarom is het belangrijk dat toegankelijkheid breed gedragen wordt binnen een gemeente. Twee belangrijke factoren daarbij zijn de toepassing van de Gouden Driehoek en het beantwoorden van de vraag 'waarom'.
De Gouden Driehoek
Dit samenwerkingsverband omvat de opdrachtgever, inhoudsdeskundige en ervaringsdeskundige. De opdrachtgever stelt een vraag, de inhoudsdeskundige geeft advies en de ervaringsdeskundige signaleert problemen en geeft advies. Deze samenwerking is essentieel om tot compleet advies te komen (vanuit inhoud en ervaring) en om maatwerkoplossingen te creëren voor toegankelijke openbare ruimtes.
Waarom
Toegankelijkheid moet niet worden gezien als wéér een thema waar rekening mee moet worden gehouden en die voor meer complexiteit zorgt. Vaak denken mensen dat het veel werk is voor een kleine groep mensen. Echter, naast het feit dat iedereen baat heeft bij een goed toegankelijke omgeving (bijvoorbeeld mensen met kinderwagens of tijdelijke blessures), beperkt een ontoegankelijke plek de bewegingsvrijheid van mensen ernstig. Dit leidt ertoe dat niet iedereen zich zelfstandig kan verplaatsen, wat een bizarre realiteit is in een samenleving die toegankelijkheid hoog in het vaandel zou moeten hebben. Uitleggen waarom een norm van belang is daarom essentieel. Dit besef helpt bij het creëren van een breedgedragen bewustzijn en bevordert de inspanningen om openbare ruimtes daadwerkelijk toegankelijk te maken.
Uitsmijter
Om volledig recht te doen aan de ambitie van het VN-Verdrag Handicap, moeten we ervoor zorgen dat regels en richtlijnen niet alleen op papier bestaan, maar daadwerkelijk worden uitgevoerd en gehandhaafd. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zo maken we samen van regels toegankelijke straten.
Dit artikel is geschreven door Noa Hamacher, Dennis van Wieren en Robert Coffeng (SWECO).